Fosfor
Beschrijving
Fosfor is een chemisch element met symbool P dat in 1669 werd ontdekt door de Duitse alchemist Hennig Brandt.
In het menselijk lichaam wordt dit spoorelement aangetroffen in botten en tanden, die het helpt te versterken. Fosfor is aanwezig in voedingsmiddelen zoals sardines, dadels, tarwekiemen en sommige kaassoorten.
Een tekort aan fosfor kan worden opgespoord met bloed- of urinetests.
In het bloed moet de fosforconcentratie tussen 31 en 37 mg/L liggen.
Onder deze concentraties spreekt men van hypofosfatemie (fosfortekort in het bloed). Deze stofwisselingsstoornis wordt vooral waargenomen bij rachitis, vitamine D-deficiëntie en hyperparathyreoïdie.
Een te hoog fosforgehalte in het bloed (hyperfosfatemie) heeft een omgekeerd effect als een tekort aan fosfor. Hyperfosfatemie komt ook voor bij nierinsufficiëntie.
De hoeveelheid fosfor in de urine moet tussen 40 en 800 mg per 24 uur liggen.
Als de waarden lager zijn dan normaal, spreekt men van hypofosforaturie (tekort aan fosfor in de urine). Dit is het geval bij mensen die een eiwitarm of zuivelvrij dieet volgen.
Wanneer daarentegen de hoeveelheid fosfor in de urine hoger is dan 800 mg per 24 uur, spreekt men van hyperfosfatrenie. Dit wordt aangetroffen bij mensen met een fosforrijk dieet. Hyperfosfaturie kan leiden tot botvernietiging, hyperparathyreoïdie en vitamine D-resistente familiaire rachitis.
De voordelen
- Fosfor is een sporenelement dat noodzakelijk is voor de stevigheid van de beenderen. Het is ook aanwezig in cellen en is betrokken bij de goede werking van bepaalde enzymatische reacties.
- Een tekort aan fosfor kan worden veroorzaakt door een dieet met weinig eiwitten.
- Fosfor draagt bij tot een normaal energiemetabolisme.