Met het ouder worden kan de gezondheid van de botten een grote zorg worden, vooral bij postmenopauzale vrouwen en ouderen. Osteoporose, een ziekte die wordt gekenmerkt door een afname van de botmineraaldichtheid en een verslechtering van de botmicroarchitectuur, is het gevolg van een onbalans tussen botresorptie en botvorming. Dit proces leidt tot een verhoogde kwetsbaarheid van de botten en een hoger risico op fracturen, met name in de heup, pols en wervelkolom.
Naast tekorten aan calcium, magnesium of vitamine D—essentiële voedingsstoffen voor de botmineralisatie—spelen verschillende factoren een rol in de pathofysiologie van osteoporose. Bij postmenopauzale vrouwen speelt de daling van het oestrogeengehalte een centrale rol, aangezien deze hormonen normaal gesproken de activiteit van osteoclasten (cellen die verantwoordelijk zijn voor botresorptie) reguleren. Zonder oestrogeen wordt de activiteit van osteoclasten overmatig, wat leidt tot versnelde botverlies.
Een zittende levensstijl, gecombineerd met weinig fysieke activiteit, verergert dit fenomeen. Lichamelijke activiteit, met name oefeningen waarbij gewicht wordt gedragen, zoals wandelen of krachttraining, stimuleert osteoblasten (cellen die verantwoordelijk zijn voor botvorming) en ondersteunt de botdichtheid. Daarentegen vermindert een inactieve levensstijl deze stimulatie, waardoor botten kwetsbaar worden.
Ook de voedings- en toxische omgeving speelt een cruciale rol. Een onevenwichtige voeding, arm aan essentiële voedingsstoffen en rijk aan verzurende stoffen (zoals zout of bewerkte voedingsmiddelen), kan het calciumevenwicht verstoren door de calciumverliezen via de urine te verhogen. Bovendien kan chronische blootstelling aan toxines, zoals alcohol, tabak of bepaalde verontreinigende stoffen, het botmetabolisme verstoren door oxidatieve stress te verhogen en de functie van osteoblasten te remmen.
Bepaalde chronische aandoeningen verergeren de situatie verder. Endocriene aandoeningen, zoals hyperthyreoïdie of het syndroom van Cushing, verhogen de botresorptie via hormonale mechanismen. Gastro-intestinale aandoeningen, zoals coeliakie of malabsorptiesyndromen, verstoren de opname van essentiële voedingsstoffen die nodig zijn voor het behoud van een goede botgezondheid.